Sunday, September 30, 2007

Meer Muziek

In navolging van de blogposts van Jorik over zijn favoriete muziek en op verzoek van de docente Nieuwe Media in het Actuele Debat: een post over muziek.

Ongeveer een week geleden heb ik op een -niet helemaal- legale manier de muziek van Snow Patrol ontdekt. Snow Patrol werd bekend bij het grotere publiek door het nummer "Chasing Cars" dat werd gebruikt in de Amerikaanse tv-serie Grey's Anatomy. Hun album "Eyes Open" uit 2006 is ideale muziek om lekker bij te relaxen met een glas wijn en wat vrienden. (Bol.com link)

Hieronder de videoclip van "Chasing Cars"


Grappig genoeg heeft Universal Music Group ook de video op Youtube gezet, maar is het niet mogelijk om deze vervolgens te "embedden" in bijvoorbeeld deze blogpost. (link)

Thursday, September 27, 2007

Games en muziek

Computergames nemen in populariteit toe. Succesverhalen zoals het splinternieuwe Halo 3 is al een succes zelfs voordat het in de winkel ligt. Microsoft, uitgever van Halo 3, verwacht dat op de eerste dag van verkoop Halo 3 tussen de 155 en 200 miljoen dollar op zal brengen. Ter vergelijking: Spiderman 3 bracht op zijn eerste dag 151 miljoen dollar op. (bron)
Volgens dit bericht nam de verkoop van games in het algemeen met 17% ten opzichte van vorig jaar toenam. De verkoop van muziekcd's daarentegen is met zo'n 6% gedaald, waardoor de markt voor computerspelletjes nu groter is dan de markt voor muziek! Als reden voor de daling van de cd-verkoop noemt nieuwnieuws piraterij. Wellicht heeft Tim Kuik van stiching Brein een punt als hij zegt dat illegaal downloaden verboden moet zijn.
Helaas is het nu nog te makkelijk om muziek van het internet af te plukken, en is de prijs/kwaliteit verhouding van cd's nog te oneerlijk om mij te dwingen naar de Free Record Shop te lopen.

Monday, September 24, 2007

Confessions of an Intellectual; een synopsis.

Kembrew McLeod is de auteur van het artikel "Confessions of an Intellectual (Property): Danger Mouse, Mickey Mouse, Sonny Bono and My Long and Winding Path as a Copyright Activist-Academic (2005). Hierin beschrijft hij "the recent brand of activism that has emerged as a reaction to the expanding influence of intellectual property law." McLeod kijkt naar een nieuwe wereld waarin de muziekindustrie zich begeeft waarbij oudere platen gebruikt worden om met wat mixen en een beetje creativiteit een nieuwe plaat uit voortkomt. Het grootste gedeelte van het artikel gaat hierover en is daarom minder relevant voor het 'grotere' debat over intellectuele rechten op gemaakte muziek en de impact van illegaal downloaden hierop.

Een interessant element dat McLeod aanhaalt in zijn artikel is het volgende "The purpose of copyright law, according to the framers of the Constitution, was to create incentives for artists (...) to contribute to the collective good of American culture."
Dit ideologische standpunt van de grondleggers van de Amerikaanse democratie roept een interessante vraag op: wanneer is een liedje bezit van de artiest en wanneer is het in bezit van een groep, een stad of een land? Wie heeft de rechten op "Sweet Home Alabama", "Oh Oh Den Haag" enzovoort? Een definitie lijkt hier moeilijk te geven. Waarom mag de PvdA niet "Rood" van Marco Borsato toe-eigenen?

Dit leidt tot de volgende stelling: als een nummer, foto etc. door zijn populariteit wordt geassocieerd met een element van cultuur (zoals bijvoorbeeld een stad) in plaats van de auteur, vervalt het auteursrecht en zal de kunst publiek bezit worden.

Sunday, September 23, 2007

Het samenvatten van een werkcollege (2)

het centrale thema voor mij in dit werkcollege (20 sept 2007) was wat iemand in een debat kan doen als hij het in principe eens is met de stelling.
Dit kwam als eerst naar voren tijdens de debat oefening. Hierbij moest een spreker zijn stelling een minuut lang verdedigen, waarna de tegenstander mocht reageren. Hierna was er nog een reactieronde voor beide sprekers. Een aantal van de duo's gaven aan dat zij een stelling hadden waar het in beginsel moeilijk mee oneens te zijn is. Dankzij common sense is niemand voor meer kinderporno bijvoorbeeld, of het verlagen van de drankleeftijd van 16 naar 12.
In zo'n geval, leerde een rondvraag door de groep, is het mogelijk om bijvoorbeeld naar de begrippen in de stelling te kijken. Hoeveel "meer" is "meer kinderporno" nu eigenlijk? Ook de uitvoerbaarheid aanvallen is een optie.
In de tweede helft van het college kwam het thema weer terug in het debat over Second Life dat georganiseerd werd door enkele studenten. Bij de stelling "kinderporno in Second Life moet kunnen" zullen veel mensen in principe tegen zijn. De debatleiders verdeelden de groep daarom van tevoren al op in een voor- en tegenkamp.
Hoewel de meeste aanvallen van het voorkamp gepareerd konden worden, vond ik het argument dat kinderporno in Second Life een therapeutische werking kan hebben moeilijk onderuit te halen. Dit kan wellicht door te vragen naar bewijzen, maar in zo'n 'klein' debat is dat wellicht een bridge too far.

Quote van deze week: de spellingscontrole is geschreven door idioten.

Monday, September 17, 2007

Second Life - het Tweede Leven van Virtual Reality

Onderstaand een synopsis van het onderzoek van David de Nood & Jelle Attema; Second Life, Het Tweede Leven van Virtual Reality.

De Nood en Attema doen een exploratief onderzoek naar een drietal elementen in Second Life, de virtuele wereld bedacht door het Amerikaanse Linden Lab (link). Zij hebben een aantal spelers van Second Life een enquete in laten vullen, en hebben later telefonische interviews afgenomen met een kleine groep van deze ge-enqueteerden. De vragen waren gegroept rondom de thema's economie, welzijn en recht.

Persoonlijk het interessants vind ik de mogelijkheden die De Nood en Attema schetsen voor de toekomst van Second Life.
Zo kan op het gebied van economie Second Life stimulerend werken voor de armere landen in de wereld. Ook kan de verbinding met "echte" bedrijven interactiever worden; rondlopen in een Second Life Albert Heijn, waarna vervolgens Albert de bestelde producten aan je voordeur af komt leveren.
Bij welzijn is het interessant te denken aan mogelijkheden als het opzetten van gesprekgroepen voor mensen die gebonden zijn aan hun huis. Hierbij kan gedacht worden aan huisvrouwen, maar ook aan mensen met een ziekte, gepensioneerden etc. Second Life kan zo de sociale horizon van deze mensen verbreden.
Recht lijkt het minst interessante en uitgewerkte gedeelte van het onderzoek. De ondervraagden zijn redelijk tevreden over de manier waarop de orde nu gehandhaaft wordt en er is nog nauwelijks behoefte aan meer controle. Wel wordt het punt gemaakt dat als bedrijven zich in de toekomst serieuzer bezig willen houden met een bedrijf opzetten in Second Life, dat zij dan wel meer de behoefte zullen hebben aan rechten om hun investering te bewaken.

Samenvattend lijkt Second Life een interessante test-case te zijn voor een samenleving die meer en meer zijn leven in de computer stopt. Alle prive-gegevens zijn de vinden op Hyves, sociale contacten worden met MSN Messenger gelegd en kekke filmpjes van je buurmeisje die de hond uitlaat zijn op Youtube te vinden.




Het samenvatten van een werkcollege (1)

Na een opwarmertje op dinsdag met een hoorcollege, begon het "echte" debatteren in het eerste werkcollege van de cursus, op donderdag de 13e.
Na een korte introductie van de docente en een uitleg van "wat we nu eigenlijk gaan doen" werd er een rondje door de zaal gemaakt om te kijken of er nog iets nieuws was gebeurd in de wereld. Of in ieder geval, iets nieuws op het gebied van de nieuwe media. Onder andere de iPhone en Windows Vista passeerden de revue.
Hierop volgde de eerste debatoefening; ga in een groepje van 3 bij elkaar zetten en geef en verdedig je stelling. In mijn groepje moest ik helaas het onderspit delven en toegegeven; mijn tegenstandster was inderdaad beter. Zij had meer en uitgebreide argumenten.
De winnaar van elk groepje werd uitgenodigd om zijn verhaal nog eens af te steken voor de klas. Hieruit kon dan eventueel een aantal elementen voor nieuwe Ground Rules voor een goed debat gedestilleerd worden.

Zo is het belangrijk dat..
  • er een duidelijke structuur in het betoog zit (ten eerste.. ten tweede..);
  • deze structuur onder andere met pauzemomenten benadrukt wordt;
  • de punten kort en krachtig geformuleerd worden;
  • de spreker een open houding heeft, duidelijk spreekt en oogcontact maakt met zijn publiek;
  • de spreker er netjes eruit ziet;
  • "je weet waar je het over hebt", met andere woorden, dat je goed geinformeerd bent.
Allemaal nuttige punten die in mijn Ground Rules opgenomen kunnen worden.

Afsluitend een quote uit het werkcollege:
"
we moeten met elkaar afspreken dat het gewoon kut is"

Ik ben razend benieuwd naar het volgende college =)

Nieuws op maandag

Het nieuwsitem van vandaag lijkt voor de NOS de enorme boete voor computerfabrikant (en -gigant) Microsoft te zijn; de journaals van vandaag worden er steevast mee geopend.
Een kort uittreksel van nu.nl vertelt het volgende:

"De Amerikaanse softwaregigant Microsoft heeft een historische rechtszaak tegen de Europese Commissie om een megaboete van 497 miljoen euro voorlopig verloren. "
Bron

Dit is natuurlijk allemaal mooi en aardig, maar voor mij persoonlijk voelt het een beetje nutteloos. Ik vind het prima dat Windows Media Player in Microsoft Internet Explorer op m'n nieuwe laptop geinstalleerd staan; dan hoef ik ook niet op zoek te gaan naar alternatieven. Eerlijkheid dwingt me wel te vertellen dat ik voor muziek vaker iTunes gebruik (omdat m'n ipod belangrijker is dan windows media player, sorry!) en dat ik als internetbrowser Firefox gebruik. Toch is het handig dat er standaard iets voor muziek en internet geinstalleerd staat!

Microsoft zelf zal er natuurlijk ook vrij weinig van voelen; een boete van een krappe 500 miljoen euro is voor een bedrijf met een jaaromzet van 41 miljard euro niet meer dan een vervelende muggesteek.

Edit: Nog een kleine extra toevoeging voor het N.O.M.:
"Een Bosnisch echtpaar heeft met onmiddellijke ingang een scheiding aangevraagd toen bleek dat ze al tijden onder schuilnamen online aan het chatten waren met elkaar."
Klik voor de rest van het verhaal.
Ik probeer me dat dan in te beelden.. Zij giechelend in de woonkamer achter de laptop chatten, terwijl hij gniffelend achter z'n computer op zijn studeerkamer zit en daarna elkaar weer tegenkomen bij het avondeten. "En, wat heb jij vandaag gedaan?"

Wednesday, September 12, 2007

Twelve Angry Men

Het laatste jurylid dat zich gewonnen gaf (gespeeld door Lee. J. Cobb), maakt veelvuldig gebruik van lichaamstaal. Hij benadrukt veel van zijn standpunten met gebaren en verheft vaak zijn stem. Dit intimideert de andere juryleden en geven zijn niet altijd objectieve argumenten extra kracht. Ook heeft hij zijn mondhoeken voortdurend naar beneden getrokken, waardoor hij een uitstraling heeft van iemand die moeilijk te overtuigen is van zijn ongelijk.
De man zit veel voorover gebogen met een gesloten houding. Ook dit geeft weer aan dat hij moeilijk te overtuigen is.

Al deze factoren zorgen ervoor dat het moeilijk is om de man te overtuigen; hij gaat voortdurend agressief in de aanval en maakt een fysiek sterke indruk. Daarom zal iemand die tegen hem op wil boksen stevig in zijn schoenen moeten staan.

Ground rules voor een goed debat

Een goed debat.
Het beste debat dat ik ooit gezien heb, kan ik mij niet helemaal meer herinneren. Het enige wat ik me nog herinner is het feit dat het plaatsvond bij het televisieprogramma Buitenhof . Jouke de Vries, hoogleraar Bestuurskunde aan de universiteit van Leiden en lid van de PvdA, was één van de debaters. Hij luisterde goed naar de argumenten van de andere leden van het debat, en wist op grond van inhoudelijke argumenten deze te pareren. Hij wist precies waar hij het over had en wist zijn standpunt goed te verwoorden. Aan het eind leek het bijna of hij de andere leden, zijn politieke tegenpolen, had overtuigd van zijn gelijk.

Voor een goed debat is het belangrijk dat er naar elkaar geluisterd wordt. Om het debat in deze richting te sturen, zal een debatleider goed op moeten letten of iemand goed antwoord geeft op de stelling of vraag van de andere debater. Ook de debaters zelf zullen elkaar onderling er op aan moeten spreken dat zij het onderwerp vermijden of niet het juiste antwoord geven. Het risico hierbij is natuurlijk dat men dit gaat gebruiken om de ander als dom of ontwijkend af te schilderen. Het is dan ook de taak van de debatleider om op te letten dat ook dit niet gebeurt.
Hoewel je van ervaren debaters mag verwachten dat zij weten dat op de man spelen niet gewenst is, is het verstandig om de debatleider van tevoren duidelijk te laten vertellen wat wel en niet getolereerd wordt binnen het debat.
Het lijkt mij moeilijk te garanderen dat iemand goed voorbereid komt naar het debat. Uiteindelijk is dat namelijk de keuze van iedere debater. De aanwezigheid van camera’s of publiek zal de debater wellicht stimuleren om zijn zaakjes goed op orde te hebben. Het zal onprettig voor hem zijn om weggezet te worden als een lui iemand door zijn mededebater omdat hij niet over de juiste dossierkennis beschikt.


Een slecht debat.
Bij het slechtste debat dat ik ooit gezien heb, denk ik niet specifiek aan één debat, maar aan politieke debatten in het algemeen, zowel op de televisie in “praatprogramma’s, als in de Tweede Kamer. Politieke debatten vandaag de dag lijken teveel te gaan om het goed overkomen op de burger, de stemmer, dan dat er daadwerkelijk gekeken wordt naar de kern van de zaak. Men luistert te weinig naar elkaars standpunten, maar reageert vaak met een populair tegenargument. Een voorbeeld hiervan is Geert Wilders van de PVV die roept dat minister Vogelaar “knettergek” is. Dit is puur op de man (vrouw) spelen, en dit hoort mijns inziens niet thuis in een goed debat.

De punten hierbij liggen eigenlijk in het verlengde van de punten die bij het goede debat worden gemaakt; speel niet op de man en luister goed naar wat de ander zegt.
Ik denk dat het voor een politiek debat moeilijk is om het debat uit het slop te trekken, omdat alle deelnemers aan het debat tevreden lijkt te zijn met zoals het nu gaat, een uitzondering daargelaten. Wellicht een ferme hand van de debatleider kan het zaakje weer vlottrekken, waarbij meer over de inhoud dan voor de vorm wordt gedebatteerd.

Stelling week 1

Stelling: Online vrienden maken kan niet

Argument 1: Onderzoek toont aan dat mensen gemiddeld 5 goede online vrienden hebben, en in 90% van de gevallen hebben zij hen ook daadwerkelijk ontmoet.

Argument 2: het is voor mensen makkelijk om online een “valse” identiteit op te bouwen, daarom zal je iemand pas volledig kunnen vertrouwen als je diegene in het echt gezien hebt. Dan kan je controleren of zijn online identiteit gelijk is aan zijn daadwerkelijke identiteit.

Bron